Bijna twee jaar geleden zeiden mijn voorkeursrecensent ( Loek Zonneveld) en mijn favoriete medemoosers (iwein&lydie) het al: “zus van…” is geweldig.
En inderdaad, dat geldt ook nog voor de reprise: kaal, maar krachtig, sober, maar prachtig. Elsie de Brauw is aan een stuk door een meeslepende stem uit een 3000 jaar oud verleden. Een heel rijk verhaal, fraai verwoord, van een onopvallende vrouw in buitengewoon ongewone omstandigheden.
Met als kanttekening dat het, althans vergeleken bij de bij mij gewekte torenhoge verwachtingen, toch een fractie minder intensief was dan gehoopt.
Een prachtig decorontwerp. Met doeken, veel stenen, stokken, olievaten en staven wordt een prachtige sfeer neergezet. Verder duurde het stuk vooral lang; was het heel erg jammer dat Alexander schijnbaar in de pauze zijn hoogmoedwaanzin heeft gekregen, want op het podium gebeurde dat niet; waren het allemaal heel erg bewust zware teksten die het wellicht beter doen op papier; beelden tussendoor die vast heel mooi waren, maar die nu alleen de vaart nog meer vertraagden. Niet echt een topstuk…
“Villa Goldberg” wordt geafficheerd als een dansvoorstelling met live muziek en tegelijkertijd een concert met dans. Daarin ligt meteen het manco van de voorstelling besloten. Het blazersensemble speelt een bij vlagen fraaie versie van Bach’s Goldbergvariaties en vijf danseressen voeren een choreografie uit.
De poging om van deze twee disciplines één geheel te maken zijn een aardig experiment, maar wat mij betreft mislukt.
Musici zijn bijvoorbeeld geen acteurs, dus laat ze dat niet doen, want het ziet er uit als een onderdeel van een middelbare schoolavond. Betrek de heren ook niet in een choreografie, want hoe oprecht geprobeerd ook: het ziet er niet uit. Het werkt alleen maar storend. Voeg daarbij het gezeul met vijf bedden en je hebt van twee dingen niets: de muziek wordt regelmatig verstoord en de danseressen komen nauwelijks tot hun recht.
De geweien zijn voor de heren blazers die hun kijk op Bach lieten horen en de danseressen waarvan er enkele lieten zien zeer aanstekelijk te kunnen acteren.
De tomaten zijn voor choreografe Sanne van der Put die dit soort dingen maar niet meer moet doen.
Echt een hele mooie voorstelling! Ik wist niet precies wat ik moest verwachten, maar alles was anders toch overtroffen. Prachtig decor met een idolsachtig tintje voor wanneer Nero meedoet aan de zangwedstrijd. Je wordt ook meegezogen in het stuk, mede door de afwisseling van veel te veel input (projectie op achterwand, televisiescherm linksvoor, boventiteling rechtsboven, speakers en spelers) en mooi gefocussed zang. De speakers waren sowieso erg sterk, met de monden erop geprojecteerd van de zangers. De spelers waren echt supersterk en uiteraard was de zang ook geweldig. Je voelt hoe je langzaam maar zeker naar de titel toewerkt. Prachtige Nero als mislukt artiest. De enige die hem de waarheid durft te vertellen is de persoon van wie hij juist wil dat ze van hem houdt en tegen hem opkijkt.
Echt een voorstelling die ik iedereen kan aanraden! (wel uitgerust zijn, want door de soms grote hoeveelheden input is het wel een voorstelling die het publiek ook energie kost, maar dan heb je ook wat!)
Dat vond ik dan weer tegenvallen. Zo mooi en goed als ik Het Leven een Droom vond, zo matig vond ik deze Simons. Ondanks dat de coproductie van Simons’ NT Gent ditmaal samen met één van mijn favoriete gezelschappen, TGA, was. Natuurlijk, het was kwaliteit op alle fronten. Een goede vertaling, een top-ensemble, een (beetje gewild) stoere enscenering, mooie vondsten om goden en mensen in een aannemelijke vorm samen te krijgen…toch: geen vonk. Ondanks een mooie Chris Nietveld, een prachtige Pierre Bokma die uit zijn klei-graf opstaat, een heldhaftige Hans Kesting, een alweer (evenals in Het Leven een Droom) sterke Greidanus-de-jongere, Elsie de Brauw, Betty Schuurman en Marieke Heebink sterk.. maar toch: geen vonk. Halina droeg ditmaal weinig bij vond ik, dus daar ook geen vonk.
Drie geweien voor een combinatie van kwaliteiten, maar een tomaat voor het ontbreken van de vonk. Close, but no cigar.
Het Gouden Gewei is voor deze voorstelling! Dit was echt een hoogtepunt. Ik vind het één van de besten van Guy Cassiers. Prachtig geensceneerd, fantastische tekst van Lannoye, geweldig geacteerd en technisch áf. Hoe lukt het hem toch steeds weer om prachtige vondsten zo naturel in een voorstelling te krijgen, zonder dat het een trucje wordt of obligaat kunstzinnig. Ademloos wordt je meegezogen, vanaf het begin met een vreemde actualiteit tot de groteskheid tegen het einde. Je kan haarfijn meevoelen hoe een mens van de ene in de andere situatie terecht komt, door eigen keuzes, en dan toch terechtkomt in iets dat op zich nooit de keuze zou zijn. Maar dan is het te laat. Wijze lessen in deze tijden. Totaaltheater van de bovenste plank. Door zo’n voorstelling weet je weer waar het allemaal ook alweer om ging in het theater. Niet te missen.
Bij toeval (ik mocht mee omdat iemand anders niet kon..) bezocht ik de voorstelling Mozart van Fred Delfgaauw. Ik had wel van hem gehoord, maar eigenlijk geen idee wat ik kon verwachten. Het werd een bijzondere avond. Poppentheater is volstrekt het verkeerde woord, toneel komt meer in de richting, maar niet in de klassieke vorm. In ieder geval bleek het een solovoorstelling van hoog niveau. Delfgaauw zet als Salieri samen met zijn poppen, die uit van alles samengesteld worden, een boeiende voorstelling neer. Het toneelbeeld is mooi, de muziek past heel goed. Klein tomaatje voor het eerste stukje na de pauze, toen de voorstelling inzakte, uiteindelijk kwam het weer helemaal terug op het niveau van voor de pauze.
Waar is het koor gebleven las ik ergens. Gelukkig is het koor verdwenen zeg ik liever. In plaats van rare grieken met onbegrijpelijke avonturen zie je hier “echte” mensen met heel herkenbare emoties die toevallig in een wereld leven met andere wetten en gebruiken. Deze voorstelling is in bijna alles het tegengestelde van die van het Nationale Toneel: die was zwaar, klassiek en heel esthetisch. Deze is begrijpelijk, licht en smerig. Letterlijk dan, met al die modder. De acteurs zijn prachtig, ieder op hun eigen manier. Niemand stak boven de rest uit, het was een geheel. Dat het publiek aan twee kanten van het speelveld zat zorgde voor een bijzondere stemming in de zaal, pas achteraf begreep ik het Griekse karakter van die actie. Ik was wel blij dat de kassiere van de Schouwburg me gewaarschuwd had dat de tribune op het toneel uit houten bankjes bestond. Ik had daarom een lekkere stoel in de zaal waar ik genoten heb van een prachtige voorstelling.
Goed tot heel goed acteerwerk, een mooi toneelbeeld en een rustig verteltempo. Toch wordt in de eerste pauze hier en daar gemopperd over het moeilijke eerste deel. Het tweede deel is voor iedereen helder, een verhaal rondom een centraal en goed invoelbaar conflict, dat van Ifigeneia tegenover Orestes en Elektra. Het derde deel ook, met de wraakgodinnen tegenover Athena. Het is regisseurstoneel dus alles mag. Waarom dan ook niet in het eerste deel een centraal conflict zou je zeggen. Ik noem maar wat, er zijn vast betere opties, de innerlijke strijd van Pylades (ik beken ik wil die mooie stem van Eelco Smit horen!). Ik begrijp het gemopper wel. Het eerste deel is een mooi verwoorde en goed gespeelde, maar erg uitvoerige en ook wat steriele opsomming. Lastig voor niet-gymnasiasten (zie MvW hieronder). Gelukkig heb ik niet zo lang geleden Barry Unsworth, The Songs of the Kings, Penguin Books, 2003, gelezen. Een briljante roman over Griekse helden en goden. Dus voor mij is het allemaal goed te volgen.
verbijsterend, wat kan theater toch eenvoudig zijn.in 1 woord geweldig. 1 gewei voor dit hopeloos slechte en verouderde stuk. Maar wat weet Dirk er met deze ‘horde’een heerlijke avond van te maken.