In het theater kunnen dingen niet zomaar vanuit het niets verschijnen; dat kan alleen in film. Via goochelen, David Lynch-achtige scènes en al maar ingenieuzer opkomsten en afgangen probeert Ahlblom iets te zeggen over toneel en werkelijkheid. Dat is heel mooi en tot nadenken stemmend. Maar ik moest ook veel denken aan ‘Field guide to imaginary behaviour’ van lang geleden. Dat was strakker en net iets minder behaagziek, maar dat was dan ook legendarisch goed.
Slechte acteerprestaties, niet gedurfd, saai, een maatje te groot voor Thijs Romer, die niet overtuigde en een bijna schuchtere Othello speelde. De gekte en wanhoop was, mede door zijn te jonge uitstraling, ver te zoeken. Michel Sluysmans overtuigde meer. Een pluspuntje voor het gebruik van de camera op de cruciale momenten.
Lange zit, maar de moeite waard. Knappe prestatie van deze jonge acteurs om zo’n stuk neer te zetten. In combinatie met de muziek en het decor een prima stuk. Acteerwerk niet over de gehele linie vlekkeloos, maar men wist de spanning erin te houden want het was muisstil in de zaal.
Jammer van de zogenaamde acteur Jeroen de Man. Iemand met meer uitstraling en gevoel had deze rol tot hoge hoogte kunnen brengen. Het stuk is mooi en staat als een huis jammer dat Jeroen de man dit niet kan waarmaken. Teleurstellend
Komt het verhaal slechts bij vlagen tot leven? Dat vindt Kester Freriks van NRC Handelsblad. Of heeft Hein Janssen van de Volkskrant gelijk en is het eredivisietoneel, vooral door een excellerende Ariane Schluter? Hermann Broch (1886-1951) schreef een verhaal waarin een dienstmeid de geschiedenis van haar begeerte vertelt. Een verhaal over lust, over jaloezie, maar vooral over liefde. Ik kende het verhaal niet. Misschien zou ik het zelfs wel niet eens hebben uitgelezen omdat de mathematische vertelstructuur ervan me zou hebben gestoord. Maar door het goed getimede acteren van Ariane Schluter en door de subtiele interactie met trombonist Koen Kaptijn boeit het levensverhaal van de dienstmeid Zerline me toch. Van het begin tot het einde. Ik vind het een goede voorstelling.
De voorstelling is werkelijk waar zeer onder de maat. En dit reken ik voornamelijk de schijnbaar talentloze acteur Thijs Römer aan, maar ook Michel Sluysmans bakt er als Jago weinig van. Sluysmans die de voorstelling moet dragen, verdient weliswaar voor teksbehandeling een 9, maar acteren een 3. De beste jongen speelt de intrigant om te intrigeren, en verder reikt zijn invulling van de rol dan ook niet. De voornamelijke teleurstelling zit ‘m erin dat ik al die jonge acteurs zie, en vindt dat de kwaliteit (nog) zo erbarmelijk slecht is. Die jonge spelers moeten worden opgevoed, keihard aan het werk gezet, zodat ze ‘s gaan presteren en leren wat acteren is. Hoop is er wel: Pieter van der Sman speelt een prachtige rol, hij schijnt de enige te zijn die begrijpt wat spelen is. Ipv esotherisch en vals gevoed tekst opzeggen, speelt hij van begin tot eind zijn scene’s gevuld, licht, transparant en tragisch. Pauline Greidanus, komt ook al enigzins in de buurt, omdat ze in ieder geval met haar eind monoloog de zaal tot tranen roert.
Even snel de strenge kritiek: spelkwaliteiten onevenwichtig verdeeld, af en toe trekt het wat, kutstuk. Maar onverwacht leuke avond! Fantastisch ontroerende momenten, schaamteloos, echt grappig. Azzini houdt stand tussen sterrentoneel, een soort kruising tussen een frisse schoolpresentatie en West-End. Gijs Naber vervult de rol van enige echte acteur erg aardig. Maar toch een verrassend gewei voor Johnny de Mol, waar ik echt totaal geen vertrouwen in had, hij overtuigt. Ik zie ineens die Hamlet zitten. Hoewel de dames een cdsingle hebben (waarom in Godsnaam dat liedje?) is het heren duet één van de hoogtepunten van de avond. Geen diepgang, maar leuk romkomtoneel.
Een theaterstuk met filosofische inhoud over de vervreemding van de moderne mens en de engel die ook wel eens met de materie van doen wil hebben. Het decor is het Berlijn van de jaren ‘80. Van die theaterdingen die je in die tijd nog wel eens in kraakpanden van grote steden kon aantreffen maar dan wat luxer uitgevoerd. Echt toneel is het niet maar dat is dan ook niet de bedoeling; dialoog betekent contact en dit stuk gaat toch over eenzaamheid, denk ik. Bovendien, Fedja van Huet kan zowiezo niet acteren, dat was me bij Don Carlos al opgevallen. De acrobate is het hoogtepunt, Noraly Beyer een leuke gimmick.
Dit stuk gaat niet over ECO, maar over vergaderen! Over een wereld vol met ideeën, maar die nooit worden gerealiseerd. Letterlijke bureaucratie als vormgeving. Acteurs die het voor deze eerste keer (en het stond!) er plezier in hadden. Het hele eerste deel is fascinerend om te zien, omdat het zo herkenbaar is. Het is erg prettig om de acteurs aan het werk te zien, om ze te zien worstelen met brillen, maar alles liep al erg soepel voor de eerste keer. Als Almeerder vind ik dat ze dit ook voor B&W van Almere moeten spelen. Het einde is nogal slap en inbegrijpelijk, vandaar de tomaat.
(Opmerking buiten de minirecensie om: Hoera minirecensie 100!)
Mijn buurman wilde wel gezellig mee naar de Schouwburg “want het Ro theater is altijd leuk”. Maar dat viel tegen! Hij had Richard III nog nooit gezien dus hij begreep totaal niet waar hij naar zat te kijken. Regisseur Kriegenburg is blijkbaar niet geinteresseerd in het vertellen van een verhaal en dus is de tekst vaak niet te verstaan en is soms niet duidelijk wie wie is. Als je het verhaal een beetje kent is het al een stuk interessanter, zeker als je weet dat de regisseur een Duitser is. Het decor verwijst naar de schilderijen van Anselm Kiefer, naar zijn “schuldige ruimtes” en dat klopt dan weer met die Hitlerverwijzingen. Alles was heel erg lelijk maar ja, oorlog ís lelijk. Rogier Philipoom speelt geweldig, hij zet in al die lelijkheid een geloofwaardig karakter neer, medogenloos en zonder gevoel. De vertaling van Komrij is heel goed en dat dooie paard in de hoek in het begin was een vondst. Maar dit is wel toneel voor gevorderden… Mijn buurman is overigens ook na de pauze gebleven, in tegenstelling tot een heleboel andere mensen.