Gisteravond de voorstelling gezien van Annette Speelt met als absoluut hoogtepunt DE BILLEN VAN MICHEL SLUYSMANS, hoe hebben de recensenten daarover heen kunnen kijken. Wat komen ze goed tot hun recht als Michel over het toneel danst en huppelt, alles wat die billen doen is goed! Bij navraag bij de acteur blijkt dat hij er niet voor traint, maar dat de billen waarschijnlijk afkomstig zijn van de belgische tak van de familie. Het is dat Michel een begenadigd acteur is anders zou een carriere bij het ballet ook niet misstaan. Deze billen mogen het grote publiek niet onthouden worden, omroepen doe er wat aan en breng deze billen op tv!!!
‘One Flew Over the Cuckoos Nest’ was een aangenaam avondje uit maar dat het een commerciële voorstelling van Joop van den Ende was, was niet te vermijden. Hoog ‘production values’ en ster optredens worden gegarandeerd maar uiteindelijk voegt zo’n theaterverwerking weinig aan de film toe. De bedoeling is slechts mensen binnen te halen die niet geïnteresseerd in theater zijn tenzij het iets bekends en betrouwbaar is.
Desondanks was Simone Kleinsma in staat om een eroticisme en een initiale sympathie – ze is uiteindelijk de schurk - aan de rol van Nurse Kratchet toe te voegen, en Victor Low was goed in de Jack Nicolson rol. De andere rollen waren goed gespeeld maar de grapjes en lachen waren nodig om af te leiden van het feit dat de karakters ‘flat’ waren. Misschien voor het theater hebben wij wat meer diepte nodig.
Ik ben niet uit principe tegen theaterverwerkingen van films, zie de recensies voor ‘Opening Night’ TA/ NTGent, en theaters moeten steeds meer geld en publiek werven, maar misschien is iets anders meer geschikt voor Moosers.
Nog iets: het viel me op dat in het programma van deze voorstelling – deze commerciële voorstellingen hebben altijd programma’s te koop – er een beetje over de vertalers is terwijl ze vaak niet eens genoemd worden. Goed gedaan! Ik hoop mijn eigen naam straks in zo’n programma te zien…
Een man en vrouw verbreken een relatie en de vrouw start met een ander. Da’s niet wereldschokkend.
De vormgeving is ongewoner en interessanter. Een fraaie installatie voor video, een volumineuze bariton en een orkaan aan guitaargeluid. Elk voor zich bijzonder. Een zwijgzame, sensuele en wat indolente Janni Goslinga als de begeerde vrouw domineert het brede scherm. Haar nieuwe bruisende liefde komt tot leven met 120 decibel elektrische guitaarmuziek (Wiek Hijmans). De afgedankte minnaar via de vooral sombere, schurende, zij het vaak ook zeer luide zang (Romain Bisschoff).
Dit uurtje Crossroads is boeiend. Maar om nou te zeggen dat dit een volmaakt geslaagde theatrale vormgeving is, zou overdreven zijn. Daarvoor zijn de samenstellende elementen bijvoorbeeld nog te weinig een eenheid. En is de engels-duitse tekst ook een beetje te pretentieus, vrees ik.
Nee, dit was niet goed. Als je weet wat die jonge acteurs kunnen is dit een erg mager eindresultaat. De tekst die ter inspriratie diende, Moeder Courage, is compleet verdwenen, wat erg jammer is.
Ja het gaat nu over ons, onze maatschappij en over Uruzgan. Met mooie langzame en beeldende passages wordt er een heel trage sfeer gecreëerd, die door de herhaling van deze beeldende passages heel snel gingen vervelen.
Het komt pas los als er echt gespeeld mag worden, maar dit is te fragmentarisch om er touw aan vast te knopen.
Erg jammer om te zien dat deze talenten niet verder zijn gekomen dan een tweede open dag, want er lopen talenten ond die ik heel graag terug zie, in een goed stuk.
Zo makkelijk ziet het er uit. Maar zo briljant is de wijze van theatermaken van STAN. Geen decor, geen poeha. Met verve en lol een prachtig dramatisch (ironisch) stuk spelen. Superbijzonder om dit mee te mogen maken.
Magisch toneel. En wat is Damiaan de Schrijver een held.
Op het moment dat Chris Nietvelt rochelend opstrompelde sloeg de schrik mij om het hart. Ik dacht aan de Leenane-trilogie waar ik niet erg gecharmeerd van was. Groots opgezet theater bezwijkt bovendien nogal eens aan zijn pretenties. Maar Sentimenti vliegt nergens uit de bocht. Simons weet de sfeer van een Duits mijnwerkersstadje in de jaren vijftig goed te treffen en vast te houden. Het Wirtschaftswunder tekent zich voorzichtig af: sigaretten, cola, grammofoonplaten en de nieuwste zelfmaakmode uit de Burda. De oorlog is voorbij, maar mijnrampen dreigen nog altijd, de hang naar zorgeloos plezier is groot. Simon, de hoofdpersoon, denkt terug aan zijn jeugd op de klanken van Verdi’s aria’s. Zijn moeder had een verhouding met een Italiaanse gastarbeider. Dit alles in een sober decor, vloeiend Duits gesproken (een prestatie) en met schitterende zang en muziek. Niet ontroerend, daarvoor is het teveel spektakel, wel heel, heel mooi.
Na ongeveer driekwart van de speeltijd gaat de voorstelling wat lubberen. Dan schieten de spelers zelf zo in de lach dat ze de spanningsboog om zeep helpen. Jammer, omdat de plot daarna nog enkele malen kantelt. Maar dit is de enige aanmerking op een verder heerlijke uitvoering die mij vanaf het eerste moment deed grinneken. Tot in de kleinste details doordacht: het ‘pointer’-gebaar, het afgemeten grasveldje, het te smalle relatiebedje. Ik verheugde mij erg op deze voorstelling en ging voldaan naar huis.
Frieda Pittoors huilt weer!! En daar heeft ze ook alle reden toe want wat een tragisch leven wordt hier in fragementen op het toneel gebracht. Aan het sterfbed van zijn moeder denkt een zoon terug aan zijn jeugd in het Ruhrgebied. Aan het zware leven van zijn ouders, hun liefdeloze huwelijk en de benauwde omgeving waarin de jongen opgroeide. En zoals dat gaat met herinneringen springt het heen en weer. Eerst vertelt Jeroen Willems (de zoon) iets, daarna zie je het op het toneel gebeuren en dat wordt vervolgens aangevuld of versterkt met een aria van Verdi. Dit klinkt vast heel vaag, maar in deze voorstelling werkt het. En hoe! Alles is even fantastisch: het kamerensemble dat op het toneel zit en actief meedoet, de acteurs, de zangers, het decor (van steenkool) en de kostuums. Maar het allerfantastischt is Jeroen Willems. Ruim 2,5 uur op het toneel staan en al die tijd zo goed blijven! Mag die man een prijs?
Dat Damiaan De Schrijver een geboren komiek/entertainer is, wisten we al lang. Dat Sara De Roo in alle genres thuis is, ook in het komische, wisten we eigenlijk ook al. Maar dat Jolente De Keersmaeker en vooral koele kikker Frank Vercruyssen komische talenten hebben is voor ons een openbaring. Dat heeft ook veel te maken met het feit dat De Schrijver zijn compagnons alle ruimte geeft. Dat wou in het verleden al eens wat minder lukken.
De Pinter dient maar voor wat omkadering, een zekere relativering ook. Deze voorstelling drijft vooral op de Ayckbourn. Dat staat garant voor een stuk waarin de komische boventoon ook een soms wrange ondertoon heeft. Dit is hier niet anders. Terwijl je zit te kijken krijg je geleidelijk het gevoel dat je uitbundige lach eigenlijk jezelf betreft. De personages zijn in hun kleinburgerlijkheid zo (h)erkenbaar dat je soms moet slikken. Uiteraard is de plot er dik over maar de tekening van de personages is soms zo akelig dichtbij dat je lach al eens durft te stokken.
Wat al evenzeer opvalt is het ongebreidelde spelplezier. Dat leidt al eens tot een verspreking die hyperprofessioneel wordt opgevangen tot groot jolijt van iedereen. Dat is wat theater zo mooi maakt.
Tuurlijk is deze productie “theaterfestival-fähig” en staat het terecht in de Nederlandse versie van het theaterfestival (dat vanaf dit jaar jammer genoeg zijn eigen koers vaart. Waarom, waarom?).
Hoe kaal kun je een “well made play” spelen? De vier acteurs van Stan komen op met een plastic tas waarin alle requisieten zitten, van gordijn tot koffieservies. Ze spelen Slippers van Ackbourne gecombineerd met Party Time van Pinter en dat levert een verbluffend leuke avond op. De vier dagen elkaar uit, spelen schaamteloos op het publiek en balanceren op het slappe koord dat schmieren heet. Maar ze komen ermee weg, op één moment na. Want gisteren was ik getuige van een onvervalste slappe lach op het podium. Die heb ik na de André van Duin Revue niet meer live mogen aanschouwen. 10 seconden leuk, maar daarna niet meer. Dus ik gooi daar toch een strenge tomaat voor.
Voor een avond onvervalste lol kun je hier zonder twijfel een kaartje voor kopen. Wat de meerwaarde van Pinter nu precies is weet ik niet en of deze voorstelling “Theaterfestivalwaardig” is weet ik ook niet zo zeker. Maar lachen kun je (rabarber rabarber…..). en wat een geweldige acteurs.