Een beetje teleurgesteld. Het stuk van Goos heeft niet die kracht als de stukken in haar eigen milieu, d.w.z. dit is ook haar milieu geweest, maar ze heeft er niet die scherpe blik op als op de Amsterdamse culturele upperclass. Wat ouderwetse regie met de focus op wie praat en de rest wacht braaf tot ie aan de beurt is. Schiyterende Scholten van Aschat. Al met al jammer.
Het heet een komedie te zijn en er valt zeker te lachen om de onberispelijk voor lijk liggende Roy Peters en zijn treurende entourage. Anderhalf uur lang ritselt de dialoog van spitse, geestige, vileine en soms ontroerende of diepgravende zinnen. NRC, Volkskrant en voorgaande Moosers juichten ovationeel voor deze theatrale dodenwake.
Zoals te verwachten valt wordt het beeld van de dode uit de commentaren van zijn nabestaanden niet echt duidelijk. Wel dat van de commentatoren zelf. En van hun heftige, zij het tegenstrijdige emoties.
So far, so good. Maar om nou te spreken over een meesterwerk gaat wat ver. Daarvoor moet zus Vera wel wel erg vaak over de rooie gaan. En de weduwnaar ( of is hij de weduwe?) zeurde daarvoor net iets te veel. Evenzeer bleef de ex-minnaar te zeer het typetje van valse nicht. En om nou te zeggen dat het decor onvergetelijk is, lijkt ook flink overdreven. Het meest kon ik meevoelen met zwager Broes - afstandelijk sympathiserend. Zo was het namelijk ook met mij als toeschouwer.
Gewoon, een goeie voorstelling.
Wat veroorzaakt een hoek? Wat heeft een hoek; tegemoetkomend of juist buitensluitend, voor invloed op de ruimte en haar bewoners? In ‘Hoek’ ondervinden vier spelers (eigenlijk bewegers) het effect van een enorme muur die langzaam verschillende hoeken aanneemt. De vier bewegen zich vrij door de ruimte en nemen als vanzelfsprekend verschillende bewegingsvormen aan die voortvloeien uit de bewegingen van de hoek. Zo laten zij in patronen, samenstellingen en ritmes zien wat zij ervaren. Het mooie hieraan is dat hun uitdrukking weinig verraad over de binnenkant. Zij ondergaan enkel. Hierdoor kan het publiek volledig zelf interpreteren.
Het publiek kijkt geduldig toe en voelt mee hoe vrij of gesloten een ruimte kan zijn.
Af en toe duren stukjes naar mijn mening net wat te lang, maar over het algemeen ben ik enorm geboeid. Als de muur recht op het publiek afschuift deinst iedereen mee achteruit en wordt zo onbewust onderdeel van de speelvloer.
Een erg mooi gedeelte was het stuk waarin de spelers door de muur tot op een paar centimeter afstand van het publiek worden geduwd. Tijdens deze confrontatie reageren ze op elk geluidje vanuit het publiek, als alerte jonge vogeltjes met hele grote ogen. Niemand durfde meer te kuchen of te gaan verzitten, ‘want dan komen ze op mij af’. Dit resulteerde uiteraard in hard gelach van de hele tribune.
Indrukwekkende voorstelling; knap vormgeven thema’s waarin de veelzijdigheid van eenvoud aan het licht wordt gebracht.
Lang geleden dat ik met pijn in mijn buik uit een voorstelling kwam. Een verschrikkelijke voorstelling!
En ik bedoel dan… de thematiek, het verhaal.
Maar wat een verschrikkelijk goede voorstelling.
Het komt binnen als een mokerslag.
Het begint met dans en een raar soort taaltje. Kinderlijk bijna. Ik denk.. gaat dit de hele voorstelling zo duren?
En ineens zit ik er midden in. Juist door deze rare vorm. Ik kan er niet meer omheen. Wat een gruwel. Door deze vorm zie ik de beelden die het verhaal me voorschotelt. Benjamin Verdonck heeft een vertellingskracht die zo groot is en zo anders dan ik gewend ben. Ik ben echt oprecht verbaasd. Ik ben er nog steeds niet goed van. Wat een voorstelling, wat een vertelling, wat een klap in mijn gezicht!
Wat een gemiste kansen! Maria Goos kan prachtig personages schrijven en de acteurs zijn stuk voor stuk goed (met speciale vermelding van Marisa van Eyle), maar waarom moet ieder moment dat dreigt schrijnend te worden worden afgebroken met een flauwe grap? En waarom zoveel haast? Waarom moeten er twee delen op één avond gespeeld worden? Laat ieder deel op zich drie uur duren. Met wat meer tijd voor drama en pijn zou de Familie Avenier echt episch en Heimat-achtig kunnen worden
Wel een erg nietszeggend stuk van Fausto Paravidino. De eerste helft is nog wel leuk, korte scènes waarin kinderlijk getoonzette kleine-mensen-problemen illustraties worden bij grote-wereld-problemen. Maar als het in de tweede helft tien jaar later is en een soort Stanford Prison Experiment wordt is het ineens niet meer interessant. OK, leuke spelersgroep en Azzini weet het weer mooi fysiek te maken. Misschien is dit wel gewoon goed jongerentheater; de aanwezige schoolklas was in ieder geval muisstil.
Mensen, kunnen we ophouden onder de indruk te zijn van 3,5 uur toneel. Dat is de gemiddelde duur van een voorstelling tegenwoordig, waarom mag dit dan ineens een toneelmarathon heten? Goed zo lang is dat dus niet en daarnaast ging alles te snel en te veel. Niks mag pijnlijk, moeizaam of ongemakkelijk worden. Supersaai veel teksten, supersaai veel tijdsbeeldanecdotes, tja dat vind ik dan saai. Na 3 uur toneel begint de voorstelling eindelijk wanneer het personage Henk (Peter Blok) opkomt. Acteurs zijn niet slecht, maar hebben zo weinig te doen. Realistisch en “het is wat het is toneel”, noemt Wilfred Takken dat. Dat is nou precies niet de reden dat ik naar toneel ga.
Wat een overdondering! Ik heb heerlijk achterin mn stoel gezeten en genoten van dit meesterstuk. Je krijgt in de Geschiedenis van de familie Avenier een kijkje in de wereld van een familie van de jaren 50 en de jaren 70. De elementen komen zowel voor als na de pauze terug in het stuk. Maar vooral de taal die is geschreven. Het blijft bij de mens!Ik heb de recensies van het Parool en de Volkskrant gelezen en ben het grotendeels niet eens met hen. Ik moet toegeven, het is zoals het is en het blijft niet weken in je hoofd zitten maar dat hoeft ook niet!Het gaat om het (maar liefst) 3,5 uur durende fantastisch acteerwerk (van zowel Carine Crutzen, Peter Blok, als bijvoorbeeld de nieuwelingen Thomas Cammaert en Fockeline Ouwekerk (waar we zeker nog wat van gaan horen) waarom je blijft kijken. En daarbij mag Nederland trots zijn op een schrijfster als Maria Goos en regisseur Jaap Spijkers. Hij heeft zich hiermee bewezen om de grote zaal met zon topcast te regisseren! Jongens, goed gedaan!
Geëngageerd verkleedkisttoneel blijkt het te zijn over dat er in wezen nooit iets verandert. Met van die erg gemakkelijke en voorspelbare parallellen tussen het Rome van Nero en het Nederland van vandaag. Een cabareteske monoloog over Jezus bijvoorbeeld, een klein beetje aangepast, zodat het ook over Fortuyn gaat. Nogal veel van dat het met die moslims nu net zoiets is als met de christenen toen. Ook nogal wat grappig bedoelde tijdsprongen (Ga terug naar de Betuwe Germaan! Ik ben geen Germaan, ik ben een Romeins staatsburger! Heb je je inburgeringscursus dan al gedaan?) Het zal wel aan mij liggen, want zo’n twintig procent van het publiek geeft de drie actrices na afloop een staande ovatie. Die vinden het blijkbaar wel lekker makkelijk dat Paul Feld (tekst en regie) de moraal in hapklare brokken voor ze opdient. Jammer dat ik geen zeventien meer ben. Dan zou die kitscherige maatschappijkritiek me misschien minder hebben gestoord. Waarom wordt zo’n voorstelling niet gewoon in de gymzaal opgevoerd?
Leuk. Dat nietszeggende woord blijft kleven aan deze voorstelling. Ik heb een leuke avond gehad maar er is weinig van blijven hangen. Er staan aandoenlijke karakters op het toneel, er wordt prima geacteerd en alles doet erg authentiek aan. Maar Maria Goos probeert wel erg veel actualiteiten aan te snijden, vooral in het tweede deel. Ze had er beter een tv-serie van kunnen maken, dan had ze meer tijd gehad om alles uit te werken. Het is extra leuk voor Brabanders want (bijna) iedereen heeft een geloofwaardig brabants accent aangeleerd. Maar ik ben wel benieuwd hoe het met deze familie verder gaat. Voor wie kiest Toos: voor haar man of voor haar grote liefde? Eigenlijk net een soap, leuk dus.