Het kwam niet snel op gang, deze voorstelling van de Paardentkathedraal. Constant heb je het gevoel: NU gaat het ontploffen, NU brandt het los. Maar dat gebeurt niet echt. Ja, pas op het laatst als Travis zijn zoon Hunter meeneemt op zoek naar zijn ex en Hunters moeder. Het stuk krijgt dan het karakter van een roadmovie. Het is ontroerend en mooi om te zien hoe Travis Jane (beiden met hun gezicht naar het publiek) vertelt hoe hun relatie aan haar eigen heftigheid kapot ging. Daar moest deze Veluwse jongen toch even even van slikken en de Kampenaren om mij heen (gezien het vele gesnuit in de zakdoekjes) ook. Drie geweien en een tomaat. Een gewei voor Eva van de Wijdeven voor haar levensechte, humoristische en ontroerende rol van de achtjarige Hunter. Een voor Peter de Graef die als Travis in het begin bijna ongeloofwaardig overkomt (Travis lijkt dan wel een personage uit One Flew over the Cuckoo’s nest) maar dit later meer dan goedmaakt. En een gewei voor de mooie entourage van het licht, decor en de originele live muziek. De tomaat is voor het draderige tempo van het begin.
Wat een sentimentele bende zonder enige diepgang. Bah! De eerste kromme tenen waren er al in het begin, door de verschrikkelijk kromme dialogen, boordevol redundante of dubbelop informatie (´Vertel eens waar je die vier jaar bent geweest´(vier zinnen later:) ´Je bent toch vier jaar weggeweest?´ (twee zinnen larer:) ´Vier jaar…´ enz enz). Ik begrijp best dat acteurs dat soort krukkige taal met de beste wil van de wereld niet zinnig hun strot uitkrijgen. Dat neemt niet weg dat er over het geheel echt heel erg slecht wordt gespeeld (terwijl Paula Bangels toch echt een acteursregisseuse is). Behalve door Peter de Graef die een fenomenale Travis neerzet. Vandaar het gewei. Maar als in het laatste halfuur de sentimentaliteitskraan schaamteloos voluit wordt opengezet, dan ga ik mij eerder irriteren, dan dat ik er in meega. Daar helpt geen briljant acteur aan. Ik hoop De Graef volgende keer een intelligentere voorstelling kiest om in te spelen.
Mooie enscenering van Fosse door Olivier Provily in een prachtig decor. Een verhaal hoe iemand haar eigen leven en dat van haar man verwoest door dat ze heel veel van haar leven wil maken en tegelijkertijd niet precies weet hoe en waarom. De dialogen zijn prachtig geschreven en de herhalingen in wisselende configuraties geven het onvermogen aan om gevoelens te verwoorden. Een goede vondst van Provily is dat de strak vormgegeven huiskamer gedurende de voorstelling steeds caotischer begint te worden. Het spel is simpel gehouden en het geheel verloopt tergend traag, wat de zinderende spanning huiskamer verhoogd. Maar naar het einde toe ook begint te irriteren, wat zowel een gewei als een tomaat oplevert.
Waanzinnig. DNA, ik moest er bijna naartoe gesleept worden, maar wat een geluk dat ik nog één van de extra voorstellingen van Vuur heb kunnen zien. De sterke tekst weerspiegelt de gedachten die je liever niet uit, de gedachten die je wel toelaat maar niet uit en zelfs soms de gedachten waarvan je niet wilt toegeven dat je ze hebt. Met vaart en verve gespeeld; spannend, grappig, indrukwekkend en sentimenteel (daarvoor krijgen ze van mij ook een gewei…). Eenvoudig en efficiënt decor, mooi licht, goed geluid, een geboeid (en trouwens zeer gemêleerd) publiek.
Zoals Egbert-Jan Weber tijdens het applaus – niet hoorbaar, wel zichtbaar – tegen een medespeler zei: ‘Het heeft indruk gemaakt’.
Vanavond en morgen (12 en 13 mei) in Frascati (Amsterdam) de laatste kans, ga kijken!
De tomaat is trouwens voor de nabespreking (Talkshow), een gesprek leiden is ook een kunst die Asis Aynan helaas niet verstaat. Ik zou kiezen voor een nabespreking in aangrenzend café Blincker.
Het is een aardige voorstelling. Het Nederlandse acteursechtpaar dat in Amerika moet vechten om zelfs de kleinste rollen te krijgen. En met mensen het bed moet delen hiervoor. Veel.
Tussen de scènes in, wordt er een muziekje op gezet en kleden Isa Hoes en Rick Engelkes zich aan de zijkant om naar de volgende outfit. Dan gaat het sein dat de volgende boksronde gaan beginnen en betreden ze het podium. Leuk, dat het doet denken aan een bokswedstrijd. Jammer dat je door al die onderbrekingen niet echt meeleeft met de personages. Daardoor doet het je ook niet veel dat ze afglijden van hun moraal en ben je op een gegeven moment alleen maar naar 2 acteurs aan het kijken die hun truukjes doen. Zo kan Isa Hoes erg mooi haar ogen schuin omhoog richten. Alle scènes gaan ook een beetje op elkaar lijken en je hebt niet het gevoel dat je echt veel verder komt. Na afloop even klappen, drankje drinken, en dan heb je op zich wel een prima avondje gehad.
“Ik” was geweldig, “Haile” niet.
Ik vraag me af waarom ik me eigenlijk een groot deel van deze voorstelling enigszin heb verveeld. Haile Selassie is namelijk een uiterst fascinerende man geweest. Maar daar is in dit verhaal niet zoveel van overgebleven. Pierre Bokma is een terecht veel bejubelde acteur. Maar hier gebruikt hij weinig meer van zijn talenten dan de ruimte die zijn zetel hem geeft. De karakteristieke Orkatermuziek is wél alom aanwezig. Op de duur word je in dit geval echter wel een beetje zenuwachtig van die almaar voortdurende quasi Afrikaanse ritmen. Aan dat soort dingen zal het wel hebben gelegen. Of aan mijn gebrek aan smaak en openheid natuurlijk.
Trouwens: het decor is weer prachtig en Ricky Koole ontwapent. En de temperatuur en sfeer op het Alkmaarse terras waren heel aangenaam.
Gisteren heb ik op de zevende verdieping van de Toren van Babel in Utrecht “Suitsuite” gezien. En ik heb echt genoten! In de voorstelling draait alles om pakken. Zeven acteurs, strak in pak, speelden en dansten korte scenes. Het pak zelf stond centraal, maar ook de mensen in het pak. Hele herkenbare situaties van de werkvloer werden afgewissed met wat abstractere scenes. De balans daarin was goed gevonden. En er was veel muziek uit suites te horen. Heel grappig was de scene waarin een vergadering van een groot bedrijf werd gespeeld, waarin alleen gesproken mag worden als iemand de “talking stick” vast heeft. Maar ook de modeshow die uit de hand loopt was spannend om naar te kijken. De spelers gingen helemaal uit hun dak. Naarmate de voorstelling vorderde werd ook juist de eenzaamheid van de werkende mensen benadrukt. Het is een prachtig dansant, muzikaal geheel vol rake observaties. En de zeven spelers vormen een sterk ensemble. Echt een aanrader!!
Voor het eerst sinds tijden dat ik merkte dat het normaal zo enthousiast en altijd braaf applaudiserende Nederlandse publiek, een beetje twijfelachtig was. En ik kan ze niet echt ongelijk geven. De sfeer van de voorstelling was echt geweldig, en er zaten ook echt mooie beelden en mooie momenten in, maar dat is gewoon niet genoeg. Zonder iets meer van spanning, of iets meer verhaal ga je je op een gegeven moment afvragen tot hoe lang de voorstelling ook al weer duurde en of het einde nog ver weg is.
Scherp, ontroerend, quasi-demagogisch, bij vlagen naief: persoonlijk. Wat is deze man ongelofelijk goed. Theo Maassen heeft lef, durft te zeggen wat op ieders lippen ligt, maar met zo’n openheid, ontwapenende “hier sta ik dan” mentaliteit, en zelfspot… De spiegel die hij je (en zichzelf) voorhoudt lijkt wel van glas. Briljant. Helder. Concreet. En zich toch ten overstaan van een volle zaal kunnen afvragen wat dat eenzame haartje dat uit je bovenarm groeit zich had voorgesteld van het leven. Een juweeltje van relativering en oprechtheid van groot naar klein zonder pathetiek. Woorden en geweien schieten schromelijk tekort. Gaat dat zien (als je nog kan), al was het alleen maar voor het “liedje”. Wat mij betreft een nominatie voor de beste voorstelling van het seizoen
Joy Wielkens zingt fantastisch!Tijdens haar optreden in het Parooltheater kon ik niet stilzitten. Jazz, Samba en Gospel, voortreffelijke combinaties!Goeie band en lekkere muziek. Ik ga zeker naar haar voorstelling kijken in theater Bitterzoet en ik raad iedereen aan mij te volgen!
Joy Wielkens heeft een stem die spreekt tot je hart!